“Maak als overheid nou eens even vijf jaar géén plannen! Laten we onszelf de tijd gunnen om plannen vanuit de samenleving de ruimte te geven. Maar organiseer niet zelf, er is al genoeg, wees een faciliterende overheid.” Dit pleidooi hield Jan Rotmans. Hij sprak over veranderende tijden, over verblijven in het oog van de orkaan waar het windstil is. “Maar daarbuiten is het windkracht 8! En steeds meer mensen komen in die wind terecht. Er is steeds minder geld, minder middelen, minder professionals. Misschien is het goed dat er minder geld voor wijken is. Dat dwingt mensen om het weer zelf te doen. En de mensen van Veerkracht Carnisse, dat zijn lokale helden. Geef ze de tijd, de ruimte en de nodige steun. Processen zoals dit duren tien, twintig jaar voor je resultaten ziet. Maar durf dat aan! Ik hoop dat Rotterdam het lef heeft om hierin koploper te zijn. Laten we onszelf prikkelen met al die energie van onderop.” Rotmans noemt de Carnissetuin een mooie metafoor voor de samenleving. “Een sociale wijktuin, een healing garden, het is een prachtig experiment om zo van de natuur te leren. We moeten in Rotterdam niet blijven steken in alleen het maken van hoge gebouwen. Het gaat ook om mensen, die door Veerkracht Carnisse meer mentale en sociale kracht krijgen.”
De partners van Veerkracht Carnisse hebben ieder een eigen rol en vullen elkaar aan. Frontlijn bezoekt gezinnen thuis, helpt met allerlei problemen en wijst mensen op de mogelijkheden in de Carnissetuin. Creatief Beheer begeleidt vervolgens de bewoners die hierop afkomen. Vakmanstad geeft ecosofielessen op basisscholen en neemt kinderen mee naar de Carnissetuin. Drift zorgt voor de theoretische onderbouwing. De vertegenwoordigers van deze initiatieven vertellen over hun ervaringen. Het gezelschap hangt zo aan hun lippen dat ze nauwelijks lijken op te merken dat er voortdurend allerlei mensen en kinderen de tuin oplopen. Voor een praatje, om hun groenten te verzorgen of gewoon, uit nieuwsgierigheid.
De heren politici willen natuurlijk weten wat nou de resultaten zijn van Veerkracht over pakweg vijf jaar. Bewoners moeten dan meer zelfredzaam zijn, is de algemene gedachte. En, wat heeft Veerkracht Carnisse nodig? Het antwoord daarop is een gevoel van gezamenlijkheid over en weer, aandacht, vertrouwen, elkaar op blijven zoeken, steun.
Portefeuillehouder zorg en welzijn Michel de Baan concludeert tot slot: “Veerkracht is bloeikracht geworden, zowel wat betreft planten als mensen. De tijdelijkheid is ook een kracht, maar soms is er tijdelijke permanentie. Over vijf jaar is deze tuin er echt nog wel.”